Molen De Hoed, Waarde

Waarde, Zeeland
b

korte karakteristiek

naam
De Hoed
modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1963 / 1991
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Havenoordseweg 2
4414 RK Waarde
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Hoed via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
10203
oude dbnr.
B923
Meest recente aanpassing
| Bezoekmogelijkheid
media-bestand
Molen 10203 De Hoed (Waarde)
Michel Dellebeke (29-6-2018)

locatie

plaats
Waarde
plaatsaanduiding
gemeente
Reimerswaal, Zeeland
kadastrale aanduiding
Gemeente Kruiningen, sectie D, nr. 453
geo positie
X: 63569, Y: 382561
N: 51.42475, O: 4.07257
biotoopwaarde
4 (aanvaardbaar)
landschappelijke waarde
Zeer groot maar wordt wel verminderd door beplantingen

contact en bezoek

bezoek/postadres
Havenoordseweg 2
4414 RK Waarde
molenaar
Michel Dellebeke e.a.
telefoon
06-30130630
website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Als de molen draait (in de regel zaterdag).

toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
ja
museuminformatie
gericht op scholen
ja
informatie voor scholen

Op afspraak via secretaris@zeeuwsemolens.nl

bijzonderheden

constructie

modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
Kast zwart geverfd, wit afgebiesd; voorzijde gedekt met schaliën
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Eén koppel 17der Franse en één koppel 17der kunststenen; sleepluiwerk

versieringen

In het klauwwiel staat 1633 ingehakt en op een balk: 1744 A DE RON.

Eigenaar Josef van den Bossche vereeuwigde in 1807 zijn naam in de houten standerd. Dit werd bij de overplaatsing, toen de standerd vernieuwd moest worden, gekopieerd (zij het niet zo fraai als de bedoeling was).

De kap is aan de achterzijde voorzien van een sierlijke windvaan met het opschrift 'JvD 1858'.

Aan de binnenzijde van de toegangsdeur tot de molen is een hoed geschilderd; aan beide zijkanten van de molenkast zijn op de zichtluiken drie sterren aangebracht.

Aan de onderzijde zijn driehoekige tandjes met in het midden een witte eikel aangebracht.

plaats bediening
grondzeiler
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
Zetelkruiwerk. Kruihaspel (Vlaams).
vlucht
24,05 m.
vang
Hoepelvang (metaal). Vangbalk met haak; evenaar.
overbrenging

Voorste bovenwiel, tevens vangwiel 63 kammen
Steenschijfloop 12 staven, steek 11,6 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 5,25

Achterste bovenwiel 52 kammen
Steenschijfloop 12 staven, steek 13,5 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 4,33

hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 63, Bremer
Bremer
✉︎ 63 binnen 1963 1963/1993 binnen aanw. 24,05
media-bestand
Roede 64, Bremer
Bremer
✉︎ 64 buiten 1963 1963/1993 buiten aanw. 24,05
onbekend ✉︎ g.n. buiten ? buiten 1963 24,32
onbekend ✉︎ g.n. binnen ? binnen 1951 24,30
wiekverbeteringen

Deze molen heeft nooit een wiekverbetering ondergaan.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Enthoven & Co, L.I. ✉︎ ? ? aanw. 05,85
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
H.J. Vlaeminck, Kapellebrug (B), (1858) Fa. J. Bos, Almkerk (1963) Fa. J. Bos, Almkerk (1991)
afkomstig van
omwentelingen
geschiedenis

Oorspronkelijk is deze molen al vóór 1550 in Gent gebouwd als Rode Roemolen. Hardnekkige geruchten willen, dat deze molen ooit diende als oliemolen. Uitvoerig onderzoek, zowel vóór als na de overplaatsing, heeft dit evenwel niet aangetoond.

Johannes van Dijke liet eind 1857 De Hoed door H.J. Vlaeminck, gepatenteerd molenmaker en timmerman te Kapellebrug, naar Kruiningen verplaatsen. Voor de som van 5800 gulden kreeg hij tevens een nieuw woonhuis en stal. Aan te nemen is dat de molen in 1858 op zijn nieuwe plaats maalvaardig was. Na Johannes van Dijke maalden zijn zoon Nicolaas François en als laatste Cornelis Johannes 'Kees' van Dijke tot 1945 voor boeren en bakkers.

Na 1945 raakte de molen in verval. In 1951 brak bij een storm de houten binnenroede (die daarop werd verwijderd). Bij de watersnoodramp van 1953 moesten inderhaast aangebrachte zandzakken voorkomen dat de molen door de sterke stroming van de teerlingen spoelde.

In 1963 werd de inmiddels zeer vervallen molen ingrijpend hersteld, maar helaas ging dit niet erg nauwkeurig: aan de voorzijde maakten de houten schaliën plaats voor een beplanking in visgraatvorm, de daklijn werd gewijzigd, een ijzeren hoepelvang nam de plaats van de Vlaamse vang in, beide builen werden verwijderd en er sneuvelden nog andere details. Wél was de molen na jaren van verval weer maalvaardig en maalde zo nu en dan veevoeder.

Na het overlijden van Cees van Dijke (1977) kocht de gemeente de molen. De staat van onderhoud liet op dat moment alweer te wensen over, zo was de standerd kromgetrokken en stond de kast dus behoorlijk uit het lood. In 1985 streek men beide roeden en vervolgens tilde een grote kraan de gehele kast van de standerd en werd deze op de grond gezet.
De toekomst van deze molen leek te Kruiningen onzeker, niet alleen vanwege de slechte staat maar ook omdat inmiddels andere bebouwing op het molenterrein stond.

Dankzij subsidies van Rijk, Provincie, Prins Bernhardfonds, de Zomerzegels, ANWB en enkele particulieren, werd de molen overgedragen aan vereniging De Zeeuwse Molen. Deze nam het initiatief om de molen op 1 april 1989 van Kruiningen naar het vijf kilometer oostelijker gelegen Waarde te verplaatsen. De Hoed kwam aldus vlakbij de plaats terecht waar tot 1935 standerdmolen De Nijverheid had gestaan.

Deze verplaatsing ging gepaard met een grondige restauratie, die feitelijk neerkwam op herbouw: zo moesten de standerd en zeer veel constructiedelen van de kast worden vernieuwd. De onnauwkeurigheden uit 1963 werden bij deze gelegenheid zoveel mogelijk ongedaan gemaakt: zo is de oorspronkelijke vorm van de Vlaamse standerdmolen weer hersteld door de voorzijde aan de onderzijde recht uit te voeren en met houten schaliën te dekken. Het aandrijfwerk heeft hier zijn typisch Vlaamse karakter bewaard: om de bovenas zijn twee bovenwielen geklemd die elk afzonderlijk een koppel stenen aandrijven. Vóór 1858, in zijn Belgische periode, had de molen zelfs drie bovenwielen met op elk daarvan een koppel stenen. Het voorste, nu verdwenen, wiel zat met de kammen richting de borst bevestigd. Het koppel dat op dit wiel draaide bevond zich ín de borst, die daartoe was uitgebouwd met een 'buik'. Constructief was dit bepaald geen goed idee; bij de overplaatsing en reconstructie te Waarde zijn om die reden hier weer weegbanden aangebracht. Overigens is het huidige (voorste) bovenwiel (en dus ook vangwiel) niet het originele, maar afkomstig uit de in 1930 onttakelde molen 'De Verwachting' te Tholen-stad (een molen die inmiddels weer geheel maalvaardig is). Van reconstructie van de builen heeft men af moeten zien, omdat de oude situatie niet goed meer vast te stellen was.

In 1995 werd de molen voor het symbolische bedrag van ƒ 1,-- eigendom van Stichting Molen de Hoed.

In 2003 stonden beide uit 1963 daterende Bremer-roeden op de nominatie voor vervanging. Zij bleken echter nog in dermate goede staat dat dit voor onbepaalde tijd werd uitgesteld.

Anno 2019 moest deze molen hier en daar duidelijk herstel ondergaan, met name waren delen van de kapbedekking aan vervanging toe.

De molen maalt regelmatig en ook wordt lesgegeven aan leerling-vrijwillig molenaars.

 

aanvullingen

unieke eigenschap

Qua kastgrootte is dit de  b r e e d s t e  standerdmolen van Nederland.

foto's

foto's