Molen Wissink's Möl, Enschede

Enschede, Overijssel
b

korte karakteristiek

naam
Wissink's Möl
modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1921 / 1981
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

adres
Helmerstraat 401
7546 PD Enschede
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van Wissink's Möl via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
11458
oude dbnr.
B816
Meest recente aanpassing
| Overig
media-bestand
Molen 11458 Wissink's Möl (Enschede)
Toine Zwitserlood (25-11-2020)
De Möl te zien in volle glorie na de omvangrijke restauratie van dit jaar.

locatie

plaats
Enschede
plaatsaanduiding
Usselo
gemeente
Enschede, Overijssel
kadastrale aanduiding
Gemeente Lonneker, sectie AB, nr. 26
geo positie
X: 253652, Y: 468525
N: 52.19601, O: 6.83015
biotoopwaarde
2 (bedenkelijk)
landschappelijke waarde
Zeer groot; wordt uit sommige richtingen echter beperkt door beplantingen

contact en bezoek

bezoek/postadres
Helmerstraat 401
7546 PD Enschede
molenaar
H. Scholte in 't Hoff / A. Breel / T. Zwitserlood / H. Metz / H. Groeneveld
telefoon
06-13094151 / 06-53226464
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden

Woensdag en zaterdag 12.00 - 16.00 uur en op afspraak.

toegangsprijzen
winkelinformatie

Diverse meelproducten

meelverkoop
ja
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Standerdmolen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
Kast gedekt met verticale planken; borst met schaliën; geheel geteerd
kap
Gedekt met schaliën, geheel geteerd
inrichting

Eén koppel 17der blauwe stenen (boven), achtermolen één koppel 13der blauwe stenen (R) en één koppel kunststenen "wolfjes", diameter 110 cm (L); kammenluiwerk met gaffelwiel.

versieringen

De vier teerlingen zijn aan de kopzijden elk voorzien van korte gedichten, uitgehouwen in steen en gesteld in Twents dialect:

Ik zin ‘ne oale Stenderkast
Oet Achtteen Honderd Twee
Do mi-j Jan Heenik Wissink ginn’
In Ossel bouwen dee.

Ik heb als Wissinks Möl bekend
Op ’t aole èrve doar
’t Zaad van een Osseler Esch emaald
Hoast honderd twintig joar

De ni-jje tied mit zienen stoom
Dee hef ’t mi-j an ’edoan
As gedacht’nis vuur ’t noageslacht
Kwam ‘k op dis’ stèè te stoan

In negenteen honderd twintig een
hef Jan Bernard van Heek
mi-j kof en do weer op ‘ebouwd
hier achter Zonnebeek.
Sun Joapik 1921-J.J. van Deinse.

(Uit dit gedicht wordt duidelijk dat dit alles geschreven is naar aanleiding van de verplaatsing naar Haaksbergen, 1921 dus).

(In 1982 is te Usselo een vijfde gedicht in stijl toegevoegd):
Noa zestig Joar in eer hersteld
Stoa 'k wier op 'n oalen möllenbelt
Heb daank da-j mi-j hebt willen spoaren
Dat Twente mi-j eert nog völle joaren.
Möllendag 1982 - J.v.M.

plaats bediening
grondzeiler
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
Zetelkruiwerk; kruihaspel
vlucht
25,10 m.
vang
Vlaamse vang; 5 vaste stukken. Vangbalk met (bijzondere) haak; binnenvangstok.
overbrenging

Bovenwiel (tandkrans trapzijde) 76 kammen
Steenschijfloop 15 staven, steek 11,5 cm.
Overbrengingsverhouding voormolen 1 : 5,07

Bovenwiel (tandkrans borstzijde) 72 kammen
Schijfloop 15 staven, steek 11,5 cm.
Spoorwiel 52 kammen
Steenschijfloop links 27 staven
Steenschijfloop rechts 29 staven, steek 8 cm.
Overbrengingsverhoudingen resp. 1 : 9,24 / 1 : 8,60

hoogte
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Groot Wesseldijk ✉︎ g.n. binnen 1981 1981 binnen aanw. 25,10
Groot Wesseldijk ✉︎ g.n. buiten 1981 1981 buiten aanw. 25,10
wiekverbeteringen

Op deze molen is nooit een wiekverbetering toegepast.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
media-bestand
As ?, Asselbergs
Asselbergs
✉︎ ? ? 1986 aanw. 05,50
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
G. Beckers, Bredevoort (begin) / H. Groot Wesseldijk, Laren (voltooiing), 1981
omwentelingen
geschiedenis

De historie van Wissink’s Möl is nauw verbonden met het eeuwenoude erve Wissink, dat na ruim vier eeuwen horigheid in 1770 door Thijs en Marten Wissink van het Stift Vreden gekocht kon worden. De zoon van Thijs Wissink, Jan Hendrik, nam in 1802 het initiatief tot het bouwen een windmolen bij zijn erf.
In diezelfde tijd werd ook de huidige boerderij gebouwd. In de Hölting (de marktvergadering) rees echter verzet van omliggende boeren, die vreesden dat de draaiende wieken gevaar zouden kunnen opleveren voor hun vee. Uiteindelijk werd toch toestemming verleend, mits er op 63 voeten afstand rondom de molen een degelijk hekwerk geplaatst zou worden. 
Als de molen gebouwd is wordt boer Jan Hendrik Wissink tevens molenaar. Het gaat hem en zijn nazaten geruime tijd voor de wind: Usselo krijgt bovendien door de molen een nieuw hart, want het blijkt een belangrijk ontmoetingspunt. Op de molen wordt voornamelijk rogge gemalen voor de Wissinks zelf, maar ook voor andere boeren in de omgeving.  

Historici veronderstellen, gelet op de ouderdom van verschillende onderdelen alsook de bouwwijze, dat de molen deels ouder is dan 1802. Vermoedelijk zijn onder meer onderdelen gebruikt van een van rond 1700 stammende Westfaalse standerdmolen.

Al met al is de molen ruim een eeuw in het bezit geweest van de Wissinks, maar rond 1900 wordt het problematisch er geld mee te verdienen: in 1896 is er namelijk in Lonneker een machinale maalderij gebouwd, waar moeilijk tegen te concurreren valt. Gerrit Hendrik Wissink, vijfde generatie molenaar, besluit in 1921 de handdoek in de ring te gooien. Hij denkt het vele hout waaruit de molen opgebouwd is nog wel te kunnen gebruiken om een schuur mee te bouwen.

Dit komt de in Enschede wonende historicus J.J. van Deinse ter ore en die doet diverse pogingen om de molen te redden. Hij weet vervolgens zijn vriend Jan Bernhard van Heek ervan te overtuigen dat de molen goed past in diens plannen om achter zijn Villa Zonnenbeek te Buurse een openluchtmuseum te creëren.  Voor ƒ 10.000,--  wordt de molen gekocht van Wissink. Daarna wordt de standerdmolen afgebroken en gerestaureerd en wel te Buurse opgebouwd. Helaas: door het overlijden van J.B. van Heek in 1923 kwam van dit openluchtmuseum verder niets meer terecht.

Voor de molen betekende het niet doorgaan van een openluchtmuseum slecht nieuws: hij stond geheel alleen op een afgelegen plek en werd zo een makkelijk mikpunt van vandalisme. Hierdoor raakte de molen in de jaren '50 in zo'n slechte staat dat de eigenaar, inmiddels de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, serieus overwoog de molen te slopen. 
Zover kwam het niet: uit piëteit tegenover de heer Van Heek stelde de Edwina van Heekstichting zich garant voor de herstelkosten. In 1957 werd een grootscheepse restauratie uitgevoerd, die de toekomst van de molen veiligstelde.

In 1965 werd nog belangrijk herstel uitgevoerd: een nieuwe eiken bovenas. Draaivaardig was de molen daarna kennelijk wel, want uit ca. 1969 zijn enige foto's bekend dat de molen is uitgerust met (twee) zeilen. Aan te nemen is dat er toen inderdaad wel eens is gedraaid. 

Duidelijk bleef evenwel, dat de molen op het Buurserzand geen goede toekomst had. Eind 1972, nadat de hevige storm van 12/13 november aanzienlijke schade had aangericht, volgde afbraak en werden alle onderdelen opgeslagen. Vervolgens ging men nadenken over die toekomst.

Herplaatsing op de originele locatie te Usselo was nog altijd een mogelijkheid: die plek was nog helemaal intact en de molen kon er - bij wijze van spreken - zo worden neergezet. Dit werd in die tijd dan ook het uitgangspunt van de molen- en monumenteninstanties. Dit stuitte echter op verzet vanuit Haaksbergen: daar wilde men dat de molen op zijn plaats in het natuurgebied zou worden herbouwd. 

Uiteindelijk werd de patstelling doorbroken: in 1981 heeft men de molen in Usselo neergezet, 60 jaar nadat hij daar was afgebroken. Uiteraard was de molen geheel gerestaureerd en maalvaardig. Sindsdien draait en maalt de molen regelmatig. 
Na de overplaatsing heeft men de houten bovenas (uit 1965) nog enige jaren gehandhaafd, pas in 1986 kwam hiervoor een gietijzeren kop.

In juli 2011 werd de molen op bijzondere wijze behandeld tegen houtworm en boktor: de gehele kast werd door een gespecialiseerd bedrijf in een soort tent gepakt, waarna alles kon worden uitgegast.

In de zomer van 2020 is begonnen met het vervangen van twee oplangers van de borstroeden: er was bruinrot geconstateerd. Om die reden was de molen al eerder stilgezet. In november werden de grotendeels vernieuwde oplangers aangebracht en daarna kon de molen proefdraaien.
Terwijl de roeden elders werden hersteld maakten de molenaars van de gelegenheid gebruik om bovenas en alle lageringen grondig na te kijken.
In de zomer van 2021 legden de molenaars het kleine, zgn. roggekoppel, open om dit schoon te maken en helemaal opnieuw af te kunnen stellen. Dit moeilijke werk slaagde (zónder steenkraan) en dit koppel is nu weer geheel in orde.

Dit is één van de weinig standerdmolens in Nederland met drie, in plaats van twee zolders (de andere zijn de molens te Wanroy en Brielle).
Maar er is nog veel meer bijzonders aan deze molen: zo zijn de teerlingen niet gemetseld, maar bestaan deze uit grote blokken Bentheimer zandsteen. Verder is de constructie van de zijbinten nog erg oud: er zijn geen spoorstijlen toegepast maar er steekt aan beide zijden één moerstijl voor een gedeelte in de steenbalk, een constructie die ouder lijkt dan 1802 (afkomstig uit de Westfaalse standerdmolen?). 
Zeer opmerkelijk ook: de haak waarmee de vangbalk in gelichte toestand geborgd wordt is van zwaar hout gemaakt, bevindt zich ín de vangbalk en steekt omhoog. Dit alles bediend door een zeer licht uitgevoerde binnenvangstok.

 

aanvullingen

toelichting naam

Deze molen is vernoemd naar de erve Wissink. Het was ook een bewoner van deze boerderij, Jan Hendrik Wissink, die in 1802 het initiatief tot bouw van de molen nam. 

unieke eigenschap

De enige molen in Nederland die (na een langdurig verblijf op een andere plaats) op zijn originele locatie terugkeerde.

De kruisplaten rusten niet op metselwerk, maar op grote blokken Bentheimer zandsteen. 

Evenzeer opmerkelijk zijn de drie volledige zolders en de 'omgekeerde' vanghaak.

foto's

foto's