Molen (zaagmolen), Hilversum

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1797

verdwenen

voor 1808

geschiedenis

Op de ets van Anna C. Brouwer van het dorp Hilversum (L. van Ollefen - De Nederlandsche Stad- en Dorp-beschrijver (8 delen, 1793-1801) staat achter De Erfgooier een zaagmolen afgebeeld. Het adres op de titel van deel III van de Stad- en Dorpsbeschrijver vermeldt 1795 als jaar van uitgaaf. Wellicht is de aflevering, die de beschrijving van Hilversum bevat, eerst in 1797 uitgegeven.

Vergadering der Municipaliteit van Hilversum, 12 april 1797:
"De Burgers Huibt. Jongeneel & Jan Koenders woonende te Utrecht en aan de Blauw Capel, voornemens zynde zig bij Requeste aan 't Provinciaal Committé van Holland te wenden ten Eynde met hoogst desselfs approbatie onder de jurisdictie van Hilversum ten zuyden tegen het Eynd der zoogenaamde Turfvaart op grond bevoorens aan den Burger Jan Perk in Erfpagt uytgegeven en door den zelve ten dien Eynde onder approbatie van welgemelde Committé aan gemelde H. Jongeneel & Jn Koenders af te staan, te doen stellen eene wind houtzaagmolen.
Verzogt deswegens vooraf de goedkeuring dezer vergadering en daar van eenig schriftelijk bewijs.
Is na deliberatie goedgevonden en verstaan
zulks allezints te approbeeren uyt hoofde dat deze te stellene houtzaagmolen aldaar ter plaatse aan niemand eenige hindernis of Prajuditie, maar integendeel aan aan ons dorp, en opgezetenen voordeel en genoegen kan toebrengen: Waarom de municipt. wenscht dat deszelfse verzoek aan 't Provinciaal Committé mag worden gefiatteerd.
En zal Extract dezes gegevens worden aan gem. Burgers zoo tot desselfs naricht als om te dienen daar het behoord."

In augustus 1797 kwamen klachten binnen over belemmering van het verkeer door het vele bomen rijden aan de vaart, en werd Koenders gelast de wal voor de turf- en andere schippers ruim te maken. In de loop van het jaar werd de vaart, die door de eigenaars van de houtzaagmolen "in desorder gebracht" was, voor gezamenlijke rekening van hen en het dorp in orde gebracht en van een schoeiing voorzien. Waarschijnlijk was de molen eind 1797 dus reeds in werking.

In 1808 bestond de molen al niet meer, aangezien hij in een brief aan de Landdrost van Amstelland van 5 juli 1808 met een opsomming van alle molens in Hilversum, niet meer staat vermeld.

Bron: Het Gooi, Jaarboekje voor geschiedenis en plaatsbeschrijving, 1906. Verzameling H. van der Kaay.