Molen (karnmolen), Pijnacker

Pijnacker, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
(karnmolen)
modeltype
karnmolenhuisje
functie
karnmolen
bouwjaar
toestand
restant
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12607
oude dbnr.
V5455
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 12607 (karnmolen) (Pijnacker)
Deel van onderstaande foto

locatie

plaats
Pijnacker
plaatsaanduiding
Nieuwkoopseweg 46
gemeente
Pijnacker-Nootdorp, Zuid-Holland
streek
Delfland
geo positie
X: 89128, Y: 450199
N: 52.03621, O: 4.42718

constructie

modeltype
karnmolenhuisje
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
gerestaureerd
verdwenen
geschiedenis
In het begin van de 18e eeuw werden de karnmolens bij de bouw van een boerderij opgesteld in een speciale vierkante uitbouw van de stal. Soms werden de hoeken afgeschuind en ontstond er een vijfzijdige uitbouw. Interessanter zijn echter de losstaande karnmolengebouwtjes. In de meeste gevallen zijn het houten achtkante gebouwtjes op een laag stenen muurtje en gedekt met riet. De nok van het rieten puntdak werd afgedekt met een melktest waar de bodem uit verwijderd was. Tegenwoordig worden ze allemaal met een zinken kapje afgedekt. De wanden zijn of van rabatdelen (in elkaar passende planken) of gepotdekseld en zwart of groen geschilderd, soms voorzien van witte horizontale strepen. Karnmolens hebben allen één deur en ramen zijn er vaak niet in. In Zuid-Holland werden er ter verfraaiing soms ramen opgeschilderd. Vanaf de karnmolen loopt een as naar de boenhoek en om deze as zo kort mogelijk te houden staat het karnhuis heel dicht bij de stal ter hoogte van de boenhoek, waar de karnton op een hardstenen plaat staat.

De karnmolens staan altijd aan de niet erfzijde van de boerderij. De reden hiervan is dat zo'n gebouwtje aan de erfzijde teveel in de weg zou staan. Denk maar aan het binnenhalen van het hooi, of het uitrijden van de mest. Bovendien is de niet-erf zijde vaak de schaduwkant waar ook nog bomen staan, zodat het in de boenhoek heerlijk koel blijft.
van de door mij gefotografeerde houten karnmolens zijn er slechts 33 achtkantig, 2 vierkant en 2 rond (hier lopen de planken verticaal) Van de stenen karnmolens zijn er 4 achtkant. Bij deze in totaal 43 karnmolens zijn er 33 gedekt met riet, 5 met dakpannen en 5 met zink of dakleer. Toch is er geen reden om direct vrolijk te worden van dit groot aantal karnmolens. Het interieur bestaat namelijk in de meeste gevallen nog slechts uit de in cirkels gelegde klinkervloer en een balk in de kap waar de spil in draaide.

Waar zijn deze naast de stal staande karnmolens nu in gebruik geweest? In feite kwamen ze in bijna alle provincies wel voor en niet alleen in uitgesproken veeteelt gebieden. Toch zijn er gebieden waar ze in grotere aantallen voorkwamen. Uit een in 1983 gehouden boerderijen onderzoek naar de bouw- en cultuurhistorische en landschappelijke waarden in Midden-Delfland (het gebied tussen Schiedam, Maassluis en Delft) blijkt dat er in het begin van de 19e eeuw bij 21 van de 55 onderzochte boerderijen een losstaande karnmolen heeft gestaan en dat mag zeker een behoorlijk aantal genoemd worden
De grote zuivelproductie in Midden Delfland was onder andere mogelijk door de beschikbaarheid van "spoeling", een afvalproduct van de Schiedamse distilleerderijen, als veevoeder. Hierdoor kon zowel 's zomers als 's winters een royale veestapel worden gehouden en zo had men het hele jaar door voldoende melkproductie om boter en kaas te maken en was de investering van een karnmolen ook rendabel. In Schiedam werd de spoeling uit de moutbranderijen in een zg. boerenbak klaar gezet voor transport naar de boeren. Naast molen 'de Noord' staat zo'n boerenbak als herinnering aan deze tijd. In genoemd gebied staan thans nog 23 van deze karnmolens, maar slechts in één geval is het binnenwerk compleet aanwezig. Aan het eind van de 19e eeuw namen de coöperatieve zuivelfabrieken de boter en kaasbereiding over en sindsdien gebeurt het karnen op de boerderij nog slechts voor eigen gebruik. Veel karnmolens veranderden in een kippen- of rommelhok. En door uitbreiding op veel boerenbedrijven met loopstallen e.d. zijn er in de loop der jaren ook veel afgebroken.

Rond Ravenstein in de Brabantse Maasstreek, in de Betuwe en het Rijk van Nijmegen kwamen ook veel karnmolens voor. Bij grote boerderijen werden ze in 't begin van de 19e eeuw als teken van welvaart aan de boerderij toegevoegd. De boterwaag van Nijmegen verhandelde veel van deze boter naar Duitsland
nog waarneembaar