Molen Polder De Oosterenban van Schouwen, Renesse

Renesse, Zeeland
v

korte karakteristiek

naam
Polder De Oosterenban van Schouwen
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10175
oude dbnr.
V4344
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Renesse
plaatsaanduiding
aan de Leieweg wz.
gemeente
Schouwen-Duiveland, Zeeland
streek
Schouwen-Duiveland
geo positie
X: 42178, Y: 417422
N: 51.73413, O: 3.75388

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
Vijzel
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
vlucht
ca. 9 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
De waterlossing van de lage landen in het gebied gebeurde lang langs een leiding, die het polderwater van west naar oost door een duiker in de Scharendijkseweg afvoerde naar het waterschap Schouwen. Daar de afwatering van de lage gronden moest plaatsvinden dwars door de hoge gronden heen, was er jarenlang gesteggel tussen beide groepen grondeigenaren. Plannen om de lage gronden een rechtstreekse afwatering naar de Noordzee te verschaffen, stuitten af op technische en financiële bezwaren. Eindelijk besloten de ingelanden in 1893 tot de bouw van een windmolen, die het water van de lage gronden moest afmalen tot 2,04 m + AP, en opmalen naar 3,11 m + AP.

Pas later werd het voor het behoud van de molen essentieel geacht het molenerf ter grootte van 1 are 40 centiaren in eigendom te krijgen. Daar de eigenaar G.J. Lette de grond echter niet langs minnelijke weg wilde afstaan, werd deze in 1896 middels een wetsvoorstel door de regering onteigend. Het betrof een deel van het perceel gemeente Renesse, sectie B, no. 151a. Tevens werd het recht van overpad vastgesteld tussen het molenerf en de Lange Duinweg no. 5.

Bronnen:
- Zierikzeesche Nieuwsbode, 8 feb. 1896.
- De Zeeuw, 27 aug. 1896.
- Zierikzeesche Nieuwsbode, 29 aug. 1896.
Jan de Witte, 2 dec. 2018.

Zie ook het boek "Molens in Zeeland", Frans Weemaes, blz. 48.
-----

De totale kosten voor een passende windwatermolen werden op 27 september 1893 door de J. van Elzelingen, ingenieur van de provinciale Waterstaat, geraamd op ƒ 625. De molen moest 30 ha kunnen bemalen, het water 1,22 m opmalen, en kwam te staan op het bouwland van G.J. Lette. In het toegangsboek met de inventarisnummers over polders in Schouwen staat bij Oosterenban een afdrukje van een tekening gemaakt door ing. Elzelingen te Zierikzee. Het onderstuk is direct vanaf het grondvlak schuin getekend, en met een onbeholpen staart eraan, ook een vangstok. Vlucht 9 m.

Molenmaker D. Poland te Heerhugowaard kreeg opdracht de molen te leveren en te installeren. De molen moest komen te staan op minstens vier eiken hoofdpalen van 20 cm vierkant en 5 m lang. Ook de vijzelspil, koningstijl, bovenas, windpeluw, penbalk en de stijlen waaronder beschoeiingspalen moesten van eiken zijn. De wielen van eiken- en iepenhout en de kammen van azijnhout. De opstand en bekleding, vijzelkom, beschoeiing, waterloop, roeden enz. van deugdelijk grenenhout. De lengte van de roeden moest tenminste 9 m bedragen en er moesten sterke zeilen op komen. De voorwaterloop moest tenminste 6 m buiten de molen strekken. De molen moest geteerd en waterdicht worden opgeleverd.
Poland schreef de molen 5 december 1893 gereed te zullen hebben, en deze met een schip op 12 december te Zierikzee te kunnen hebben. Zijn twee zoons reisden mee om de molen te monteren.

Ingekomen brief 4 Mei 1906: de afzender wil tijdens de te houden vergadering een voorstel doen ter verbetering van den watermolen. Of dit nog in de agenda opgenomen kon worden.

Vele urenbriefjes van de molenaar voor malen (½ dag bracht hem ƒ 0,50 op, en een hele dag ƒ 1) over diverse jaren na 1906, en een rekening van reparatie van de zeilen in mei 1911. Uit een onderhoudsrekening van M. C. Kappers blijkt dat het molentje een bovenbonkelaar had, hij stak namelijk in nov. 1910 11 nieuwe kammen in het leggend bovenrad.

Inv.no. 616: Bijlagen tot de rekening 1 mei 1913 - 30-april 1914
o.a M C Kappers: rekening met gebruikte materialen voor maken fundering windmotor. Hierin staat dat hij de oude molen op 21 juni 1913 gesloopt heeft.

Bron: Zeeuws Archief toegang 3325, Waterschap Zeeuwse Eilanden, Polder Oosterenban van Schouwen, inv.nr. 8, 16, 18, 616.
Jan de Witte, 19 maart 2019.

aanvullingen