Molen Het Noorden, Oosterend

Oosterend, Noord-Holland
b

korte karakteristiek

naam
Het Noorden
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig in circuit
bestemming
Vh. bemalen van de polder Het Noorden; thans buiten bedrijf
adres
Stuifweg 4
1794 HB Oosterend
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van Het Noorden via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
01640
oude dbnr.
B689
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 01640 Het Noorden (Oosterend)
Piet Glasbergen (30-11-2019)
De molen draait weer na de renovatie.

locatie

plaats
Oosterend
plaatsaanduiding
gemeente
Texel, Noord-Holland
kadastrale aanduiding
Gemeente Texel, sectie L, nr. 143
geo positie
X: 122079, Y: 568612
N: 53.10330, O: 4.89567
biotoopwaarde
5 (goed)
landschappelijke waarde
Bijzonder groot; zeer fraai in de wind en het zicht gelegen

contact en bezoek

bezoek/postadres
Stuifweg 4
1794 HB Oosterend
molenaar
W. Keijzer
telefoon
0222-313256 of 0222-321170
e-mail

website
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
nee
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden
op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
kenmerken
functie
romp
Grenen achtkant, gedekt met riet, op ca. 2 m. hoge veldmuren
kap
Gedekt met riet
inrichting

Drie schroefpompen (1928); woning in de molen

versieringen

Eenvoudige baard, donkergroen geverfd met wit afgebiesde krullen, zonder opschrift

In de veldmuur naast de oostelijke toegangsdeur is een gedenksteen ingemetseld met de tekst:
DE EERSTE STEEN GELEGD 12 AUGUSTUS 1878 DOOR SIJBR. KEYZER Pz. SECRETARIS VAN HET WATERSCHAP DE NEGENENTWINTIG GEMEENSCHAPPELIJKE POLDERS TE TEXEL.

plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
48 ijzeren rollen, kruirad
vlucht
27,00 m.
vang
Vlaamse vang; 4 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Kneppel, pal.
overbrenging

Bovenwiel 59 kammen
Bovenschijfloop 24 staven
Aandrijfwiel beneden Ø 3,21 m.
Kleine poelie Ø 0,39 m.
Grote poelie Ø 0,55 m.
Overbrengingsverhouding 1 : 20,2 / 1 : 14,4

hoogte
wiekvorm
Binnenroede systeem Fauël met steekborden, buitenroede Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Blom ✉︎ ? buiten 2019 2019 buiten aanw. 27,00
Blom ✉︎ ? binnen 2019 2019 binnen aanw. 27,00
Buurma ✉︎ 222 binnen 1989 1989 binnen 2019 27,00
Buurma ✉︎ 223 buiten 1989 1989 buiten 2019 27,00
Gorter ✉︎ g.n. binnen 1950 1950 binnen 1989 27,00
Gorter ✉︎ g.n. buiten 1950 1950 buiten 1987 27,00
onbekend ✉︎ ? binnen ? 1928 binnen 1950 27,00
onbekend ✉︎ ? buiten ? 1928 buiten 1949 27,00
Pot ✉︎ 1932 buiten 1902 1903? buiten 1928 27,32
Pot ✉︎ 1933 binnen 1902 1903? binnen 1928 27,03
wiekverbeteringen

Niet helemaal duidelijk is, of in 1928 halve of hele verdekkering is aangebracht.
Tot de roedebreuk van 1949 had de molen op beide roeden klassieke Dekkerwieken.
Van 1950 tot 1978 had de molen op de binnenroede het systeem Fauël (fokwieken) met remkleppen, op de buitenroede Oud-Hollands.
Na herstel is de molen vervolgens op beide roeden voorzien van fokwieken met steekborden.
Bij de ingrijpende restauratie van 2019 is de molen op de binnenroede voorzien van fokken met steekborden, de buitenroede is weer Oud-Hollands opgehekt.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Enthoven & Co, L.I. ✉︎ 684 1890 1951 aanw.
onbekend ✉︎ ? ? 1928 1949
De Prins van Oranje ✉︎ 1173 1878 1878 1928
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig in circuit
bestemming
Vh. bemalen van de polder Het Noorden; thans buiten bedrijf
molenmaker
W. de Jong, Den Helder (1878)
omwentelingen
eigendomshistorie

De Vereniging Natuurmonumenten is eigenaar sinds september 2017. Daarvoor was dit Vereniging De Hollandsche Molen sinds 1970. 

geschiedenis

Molen Het Noorden is een in 1878 gebouwde achtkante bovenkruier. Hij bemaalde de 791 ha grote polder Het Noorden, in noordoosten van het waddeneiland Texel, op de binnendijks gelegen bergboezem of kolk, welke bij laag water via een uitwateringssluis in de zeedijk kon aflopen op de Waddenzee.

Al in het midden van de 14de eeuw werd het oppervlak van het eiland Texel vergroot door het bedijken van buitendijks gelegen opgeslibde gronden. Op deze wijze ontstond in de loop der tijden het hoofdzakelijk aan de Waddenzee-kant van het eiland gelegen, uit 29 polders bestaande gebied. Nadat in 1835 de bedijking van de polder Eijerland was tot stand gekomen, bleef tussen deze polder en het aan de oostkant gelegen oude land van Texel een inham over, waardoor de zee diep landinwaarts kon binnendringen.
In 1871 werd deze zgn. Noordwaard door het bestuur van de 29 Gemeenschappelijke Polders voor bedijking aangekocht. Het plan van bedijking omvatte de aanleg van een afsluitende zeedijk met een hierin gelegen uitwateringssluis. Deze sluis moest drieledig worden uitgevoerd omdat de bedijkers zich hadden verplicht een grote binnendijks gelegen waterbergende boezem aan te leggen, in verband met de waterlozing van de polders Waal en Burg en Eijerland. De dijk kwam al gereed in 1876, maar de drooggevallen gronden waren in 1879 nog niet eens verkaveld.

Al spoedig bleek dat de vochtigheid van de grond bemaling wenselijk maakte, zodat aanvankelijk in de zuidwesthoek van de polder twee kleine houten watermolentjes werden geplaatst. Dit bleek niet afdoende zodat tot de bouw van een grote vijzelmolen werd besloten. Het werk werd voor ƒ 31.090,-- gegund aan W. de Jong uit Den Helder, waarna op 12 augustus 1878 de eerste steen kon worden gelegd.

In de jaren die volgden werd geleidelijk aan het polderpeil telkens verlaagd en ontstond de behoefte aan een betere bemaling. Daarom verrees in 1913 naast de molen een hulpgemaal in de vorm van een door een oliemotor gedreven centrifugaalpomp. Hierna schijnt de molen meer en meer buiten bedrijf te zijn gekomen tot hij, ook al vanwege mankementen, rond 1923 werd stilgezet.

In 1928 besloot men hem te laten herstellen overeenkomstig plannen van de Leidse molenbouwer A.J. Dekker, naar een ontwerp dat al eerder was gerealiseerd bij de poldermolen te Waardenburg (Gld.). De vervanging van de vijzel door drie schroefpompen en het aanbrengen van de verdekkering vonden nog datzelfde jaar plaats.
Deze ombouw kende een zeer ongelukkig moment: op 27 oktober 1928 brak tijdens het proefmalen de bovenas, waardoor het wiekenkruis naar beneden stortte. De vermoedelijke oorzaak is de ophanging van de vangstok geweest: die begaf het tijdens het vangen, waarna de vang het bovenwiel ineens afkneep. Reeds in december 1928 kon de molen, met tweedehands bovenas en roeden, weer malen.

Dit was niet de eerste ramp die deze molen overkwam: op 10 januari 1949 brak de buitenroede tijdens het malen. Bij de val kreeg ook de binnenroede een tik en raakte beschadigd. Ook de askop bleek behoorlijk gekneusd en feitelijk niet meer bruikbaar.
Ditmaal was de animo bij het polderbestuur om de molen te herstellen niet groot meer. Het hulpgemaal (uit 1913) werd van een krachtiger motor voorzien en kon het werk blijkbaar goed aan en de molen leek niet meer nodig.
Bemiddeling van De Hollandsche Molen zorgde ervoor, dat de molen toch werd hersteld, al duurde dit lang: bijna twee jaar na de roedebreuk leverde molenmaker Wagemaker uit Oostwoud een maalvaardige molen op. Op 15 december 1950 werd de molen weer in bedrijf gesteld.
Voor dit herstel werd de bovenas van de tijdens de oorlog verwoeste molen te Bergen (Lb.) gebruikt; de roeden werden geheel nieuw gemaakt door de fa. Gorter uit Hoogezand en behoorden tot de laatste in Nederland vervaardigde geklonken exemplaren. Bij deze gelegenheid kreeg de binnenroede fokken met remkleppen en de buitenroede Oud-Hollands. 
Rond 1965 is de windmolen als bemalingswerktuig definitief buiten gebruik gesteld.

Na in 1970 in eigendom te zijn overgedragen aan De Hollandsche Molen, volgde in 1973-1974 uitwendig herstel en werd de molen weer zo nu en dan in werking gesteld.

Op 2 oktober 1987 brak tijdens het malen de buitenroede. Deze onverwachte schadepost was voor DHM aanleiding om de molen geheel te restaureren, dus ook algehele revisie van de uit 1928 daterende pompen.
Het werk begon in 1989 en werd in 1992 voltooid. Veel aandacht werd besteed aan wiekenkruis en kap, vooral het kruiwerk, maar het wateropvoerwerktuig vereiste bijzondere aandacht: één van de twee kleine centrifugaalpompen kon niet meer worden hersteld maar werd ook niet vervangen; de andere kleine pomp en de grote werden wel geheel herzien. Als gevolg kan de molen naar keuze met één kleine óf de grote pomp malen, of eventueel met beide. Veel werk werd ook gemaakt van het fatsoeneren van de waterlopen, die in 1928 grotendeels in beton werden uitgevoerd.
Dit alles leverde een maalvaardige molen op, maar tegen een behoorlijke prijs: uitmalen op de Waddenzee was inmiddels niet meer mogelijk: door het op Delta-hoogte brengen van de Waddenzeedijk, moest de spuisluis in de dijk worden afgesloten. Wat voor deze molen restte was een circuitbemaling en die is ook gerealiseerd: door middel van een overstort op de molenkolk valt het opgemalen water terug naar polderpeil.
Dit ingrijpende herstel leverde een jarenlang zonder problemen draaiende molen op.

In het begin van 2017 stond de molen zonder fokken: deze waren verwijderd vanwege de noodzaak tot vervanging maar in afwachting van overdracht van de molen aan een andere eigenaar zette men de geplande werkzaamheden op een laag pitje. Er bleek nog veel meer onderhoud worden verricht, zoals het grotendeels vernieuwen van het rietdek.
In maart 2019 is dan begonnen met het vervangen van het rietdek op het achtkant. Intussen had men de roeden ontdaan van hekwerk.
Het rietdek kwam in de zomer van 2019 gereed, op 4 oktober werden de nieuwe roeden gestoken.
Begin november was de molen weer maalvaardig.

Technische details:
Over de opzet van deze molen en de latere wijzigingen aan het gaandewerk kan nog wel wat worden opgemerkt: van het oorspronkelijke conische gaande werk is alleen nog het bovenwiel over. Dit drijft via een grotendeels stalen bovenschijfloop de gekorte en nu gedeeltelijk stalen koningspil aan. Een groot drijfwiel onder aan de spil brengt door middel van een drijfriem de met slipkoppelingen uitgeruste poelies van de pompen in beweging. Deze als buitenkruier gebouwde molen werd in 1892 verbouwd tot binnenkruier. Het buitenkruiwerk was echter  vóór 1925 alweer in ere hersteld.

Als bijzonderheid geldt dat deze molen aan de onderkant van het rietdek vanouds een regengoot heeft gehad voor de opvang van zoet water. Op Texel is het grondwater brak en dus ongeschikt als drinkwater. Het opgevangen water werd in een voorraadkelder onder de molen opgevangen en vroeger door de bewoners van de molen als drinkwater gebruikt.


aanvullingen

toelichting naam

Deze molen is vernoemd naar de polder die hij kon bemalen.

literatuur

Vries, G. de en L. Endedijk, 'Molen Het Noorden maalvaardig', in: Molens 29 (januari 1993) 12 - 17

foto's

foto's